Als u momenteel uw draadloze verbindingen beheert met Windows XP, kunt u hieronder lezen hoe u Intel(R) PROSet for Wireless kunt instellen als het beheerprogramma voor uw draadloze verbindingen.
U gebruikt de Geavanceerde instellingen om uw voorkeuren voor netwerkverbindingen en opties voor profielbeheer te configureren.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot de geavanceerde instellingen:
Geavanceerde instellingen:
Automatisch verbinden
Verbindingsvoorkeur
Selectie draadloze modus voor infrastructuurnetwerk
Profielbeheer
Beschermingsprotocol voor gemengde omgeving (11b/11g)
Geavanceerde beveiliging
Zie Geavanceerde systeeminstellingen voor meer informatie over de opties voor profielbeheer die deel uitmaken van de geavanceerde instellingen.
Opties voor profielbeheer
De volgende opties voor het beheer van profielen zijn te vinden op het tabblad Geavanceerde instellingen.
Beschikbare netwerken weergeven wanneer deze niet zijn gekoppeld: Wanneer dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het dialoogvenster van Intel(R) PROSet for Wireless met de beschikbare netwerken uitgeschakeld. Wanneer dit selectievakje is ingeschakeld, geeft de Intel Configuratieservice op de achtergrond automatisch beschikbare netwerken weer die niet in de profiellijst worden vermeld. Bij deze methode wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht met beschikbare netwerken die zich binnen het bereik van de draadloze adapter bevinden. De Configuratieservice controleert voortdurend de verbindingsstatus van de draadloze adapters. Als er geen bruikbare profielen zijn in de profiellijst voor een netwerk, verschijnt automatisch een dialoogvenster met de beschikbare toegangspunten in het netwerk en de computers (ad-hocmodus) die binnen het bereik van de draadloze adapter zijn. De Configuratieservice kan ook gebruikt worden als er meer dan één draadloze adapter geïnstalleerd is met 802.11b-banden. Wanneer het dialoogvenster Configuratieservice van Intel met een overzicht van de beschikbare netwerken wordt weergegeven, selecteert u de optie "Dit niet meer weergeven" om te voorkomen dat het dialoogvenster opnieuw wordt weergegeven als de adapter de koppeling met het netwerk verliest. De Configuratieservice blijft functioneren en blijft proberen om een verbinding tot stand te brengen met gebruikmaking van een profiel in de profiellijst of een verbinding met een beschikbaar netwerk, afhankelijk van de selectiemodus. Dit betekent dat, als de optie Alleen met beschikbaar netwerk via profielen verbinden is geselecteerd en er geen overeenkomende profielen worden gevonden, de adapter niet aan een netwerk zal worden gekoppeld. U kunt de knop Verbinden op het tabblad Netwerken nog wel gebruiken om een verbinding met een beschikbaar netwerk tot stand te brengen.
Melden wanneer voorzieningen voor profielbeheer worden uitgeschakeld:
Ingeschakeld: Als Windows XP Zero Configuration wordt ingeschakeld terwijl u Intel(R) PROSet for Wireless gebruikt om de draadloze adapter te beheren, verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat Windows XP uw profielen beheert.
Als een ander beheerprogramma voor draadloze adapters (niet het beheerprogramma van Windows XP) wordt ingeschakeld, verschijnt een dialoogvenster met het bericht "Een ander draadloos LAN-hulpprogramma communiceert met de Intel(R) PRO/Wireless LAN-adapter. Functies voor profielbeheer van Intel(R) PROSet for Wireless zijn tijdelijk uitgeschakeld om conflicten te vermijden."
Uitgeschakeld: Als Windows XP Zero Configuration of een ander beheerprogramma voor draadloze adapters wordt ingeschakeld terwijl Intel(R) PROSet for Wireless de draadloze adapter beheert, wordt er geen melding weergegeven.
Wanneer Windows XP Zero Configuration ingeschakeld is en dit selectievakje uitgeschakeld is, of als u Nee hebt geantwoord op de bovenstaande vraag, kan de knop Verbinden op de pagina Profiel niet meer worden gebruikt om een verbinding met beschikbare netwerken tot stand te brengen. Met de knop Scannen kunt u beschikbare netwerken zoeken. De knop Verbinden is echter niet beschikbaar wanneer u hiermee een verbinding met een beschikbaar netwerk wilt maken.
Melden wanneer Windows XP Zero Configuration is ingeschakeld:
Ingeschakeld: Als dit selectievakje is ingeschakeld wanneer Intel(R) PROSet for Wireless wordt gestart en Windows XP Zero Configuration actief is, verschijnt een dialoogvenster met het bericht dat Windows XP uw profielen beheert. Dit betekent dat Windows XP is geconfigureerd voor het beheer van de draadloze adapter. U wordt gevraagd of u het Windows XP-beheer wilt uitschakelen en Intel(R) PROSet for Wireless de draadloze adapter wilt laten beheren.
Uitgeschakeld: Als dit selectievakje uitgeschakeld is wanneer Intel(R) PROSet for Wireless wordt gestart, wordt u niet gewaarschuwd als Windows XP Zero Configuration wordt ingeschakeld voor het beheer van draadloze adapters.
Voorzieningen voor profielbeheer inschakelen: Als het selectievakje is ingeschakeld, geeft dit aan dat Intel(R) PROSet for Wireless is geconfigureerd voor het beheer van de draadloze adapter. Als het is uitgeschakeld, wordt Windows XP gebruikt voor het beheer van het draadloze netwerk.
De functie Configuratieservice werkt in de achtergrond om automatisch de beschikbare netwerken weer te geven, die niet worden genoemd in de profiellijst. Deze methode brengt in een 2,4-omgeving automatisch een verbinding tot stand met beschikbare netwerken die zich binnen het bereik van de draadloze adapter bevinden. De Configuratieservice controleert voortdurend de verbindingsstatus van de draadloze adapters. Als de profiellijst voor een netwerk geen bruikbare profielen bevat, verschijnt automatisch een dialoogvenster met de beschikbare toegangspunten in het netwerk en de computers (ad-hocmodus) die zich binnen het bereik van de draadloze adapter bevinden. De Configuratieservice kan ook gebruikt worden als er meer dan één draadloze adapter geïnstalleerd is die de 802.11b-band gebruikt.
De Configuratieservice levert de volgende voorzieningen:
De Configuratieservice kan op twee manieren gebruikt worden:
De Configuratieservice controleert ook of een laptopcomputer uit de slaapstand wordt gehaald. In dit geval schakelt de Configuratieservice de automatische verbindingsservice opnieuw in.
Deze voorzieningen kunnen opnieuw ingeschakeld worden door de computer opnieuw te starten of door de computer uit de slaapstand te halen.
Voorzieningen die worden uitgeschakeld wanneer een andere toepassing voor profielbeheer wordt gedetecteerd
Voor AAA Client:
Als u OK selecteert, zal de toepassing AAA Client de adapter beheren. De huidige verbinding blijft gehandhaafd, maar de onderstaande voorzieningen van Intel(R) PROSet for Wireless zullen niet meer naar behoren functioneren. Om conflicten te voorkomen, worden de voorzieningen voor profielbeheer van Intel(R) PROSet for Wireless tijdelijk uitgeschakeld. Als u deze voorzieningen weer wilt inschakelen, schakelt u eerst het andere LAN-hulpprogramma uit en gaat u dan op een van de volgende manieren te werk:
![]() |
Opmerking: AAA-beheerprogramma voor draadloze clients - Als Intel(R) PROSet for Wireless een ander AAA-beheerprogramma voor draadloze clients detecteert, wordt een waarschuwingsvenster weergegeven. Als u in dit dialoogvenster "OK" kiest, worden de voorzieningen voor profielbeheer van Intel(R) PROSet for Wireless automatisch uitgeschakeld. Als Windows XP Zero Configuration niet ingeschakeld is, verschijnt het waarschuwingsvenster alleen als in de geavanceerde instellingen het selectievakje "Melden wanneer voorzieningen voor profielbeheer worden uitgeschakeld" ingeschakeld is. Standaard is dit selectievakje ingeschakeld. |
Voor Windows XP Zero Configuration:
Betrokken voorzieningen van Intel(R) PROSet for Wireless:
![]() |
Opmerking: Als de hierboven genoemde knoppen worden gebruikt, wordt het volgende bericht weergegeven: "Een ander draadloos LAN-hulpprogramma communiceert met de Intel(R) PRO/Wireless LAN-adapter. Functies voor profielbeheer van Intel(R) PROSet for Wireless zijn tijdelijk uitgeschakeld om conflicten te vermijden." |
Een snelle manier om een verbinding met een netwerk te maken, is de knop Scannen gebruiken om in het bereik van de draadloze adapter te zoeken naar een toegangspunt van het netwerk. Wanneer een netwerk wordt gevonden, kunt u direct verbinding maken zonder een profiel of een nieuw profiel maken.
![]() |
Opmerking: Profielen waarvoor de optie Automatisch importeren inschakelen is geselecteerd, zullen ook worden weergegeven in de profiellijst van de beschikbare netwerken. Zie Automatische profieldistributie voor meer informatie. |
Ga als volgt te werk om te scannen naar beschikbare netwerken:
![]() |
Opmerking: Als in het geselecteerde netwerk gebruik wordt gemaakt van 802.1x-verificatie, moet u eerst een profiel maken met de wizard Profiel. Als in het netwerk echter geen gebruik wordt gemaakt van WEP-beveiliging (Open), 64- of 128-bits WEP-codering of WPA-PSK, kunt u de vereiste beveiligingsinstellingen opgeven in het dialoogvenster dat verschijnt nadat u op de knop Verbinden klikt. In dat geval wordt een eenmalige verbinding tot stand gebracht zonder een profiel te gebruiken. |
- Voor het geselecteerde netwerk is WPA-beveiliging ingesteld: Als voor het geselecteerde netwerk 802.1x-verificatie is ingesteld, wordt, wanneer u op de knop Verbinden klikt, de pagina Geavanceerde beveiligingsinstellingen van de wizard Profiel weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u de 802.1x-instellingen opgeven en een verbinding met het netwerk tot stand brengen.
- Voor het geselecteerde netwerk is geen (Open) WEP-beveiliging ingesteld: Als voor het geselecteerde netwerk geen beveiliging (Open) is ingesteld, gaat u als volgt te werk. Klik op de knop Verbinden om de verbinding met het netwerk tot stand te brengen.
- Voor het geselecteerde netwerk is WEP- of WPA-PSK-beveiliging ingesteld: Als voor het geselecteerde netwerk WEP-codering is ingesteld, wordt, wanneer u op de knop Verbinden klikt, de pagina Geavanceerde beveiligingsinstellingen van de wizard Profiel weergegeven. In dit dialoogvenster kunt u de WEP-instellingen opgeven en een verbinding met het netwerk tot stand brengen.
Een infrastructuurnetwerk bestaat uit één of meer toegangspunten en één of meer computers waarin draadloze adapters zijn geïnstalleerd. Elk toegangspunt moet een kabelaansluiting hebben met het LAN (Local Area Network).
Als u een netwerkverbinding wilt maken, maakt u eerst een nieuw profiel met de wizard Profiel. Vervolgens selecteert u dit profiel om verbinding te maken met het netwerktoegangspunt door op de knop Verbinden te klikken. U kunt een verbinding met een netwerk ook tot stand brengen met de knop Scannen. Zie Nieuwe profielen maken voor meer informatie.
Verbinding maken met een ad-hocnetwerk
Een ad-hocnetwerk starten
Een ad-hocsessie beëindigen
Een ad-hocprofiel maken met de wizard Profiel
In de ad-hocmodus (peer-to-peer) kunt u informatie verzenden naar en ontvangen van andere computers in een ad-hocnetwerk. Alle draadloze clients in het ad-hocnetwerk moeten dezelfde netwerknaam (SSID) en hetzelfde kanaalnummer gebruiken. Voor een lijst van toegestane ad-hockanalen voor 802.11b, raadpleegt u Adapterinstellingen voor meer informatie.
![]() |
Opmerking: Als u scant met een ad-hocprofiel dat is ingesteld op een specifiek transmissiekanaal en er een ad-hocnetwerk op een ander kanaal gevonden wordt, wordt u verbonden via het nieuwe kanaal. Het nieuwe kanaalnummer wordt weergegeven in de adapterinstellingen. |
![]() |
Opmerking: Voor informatie over verbindingen met een ad-hocnetwerk met gebruikmaking van een profiel raadpleegt u de sectie Een ad-hocprofiel maken met de wizard Profiel. |
Verbinding maken met een ad-hocnetwerk met een profiel
Aanmelden bij een ad-hocnetwerk zonder een profiel
U kunt een ad-hocnetwerk starten door uw computer te gebruiken als een draadloos station. Als u deze methode gebruikt, wordt de SSID van uw computer gebruikt om het ad-hocnetwerk tot stand te brengen en kunnen andere gebruikers zich aanmelden bij dat ad-hocnetwerk door hetzelfde kanaal en dezelfde SSID te gebruiken.
Als u een ad-hocsessie wilt beëindigen, klikt u op het standaardprofiel in de profiellijst en klikt u vervolgens op de knop Sluiten.
Hieronder wordt beschreven hoe u een nieuw ad-hocprofiel maakt met de wizard Profiel en hoe u verbinding maakt met een ad-hocnetwerk.
Algemene instellingen
Beveiligingsinstellingen
Wachtwoordinstellingen
Verbinding maken met het netwerk
Als de computer is ingeschakeld, zendt de ingeschakelde adapterradio voortdurend signalen uit. In bepaalde situaties, zoals bij het landen of het opstijgen van een vliegtuig, dienen de signalen van de radio mogelijk te worden uitgeschakeld, zodat deze geen hinder veroorzaken. Hieronder wordt uitgelegd hoe u met het toetsenbord (als deze optie beschikbaar is) en Intel(R) PROSet for Wireless de radio kunt in- en uitschakelen.
U kunt de radio in- of uitschakelen met het toetsenbord van de computer, de menuoptie op de taakbalk en Intel(R) PROSet for Wireless. De huidige status van de radio wordt op de taakbalk weergegeven met het desbetreffende pictogram, maar ook op het tabblad Algemeen.
De optionele hardwareschakelaar gebruiken om de radio in of uit te schakelen
U kunt de radio in- of uitschakelen met het toetsenbord of met een externe hardwareschakelaar, indien deze opties beschikbaar zijn. Neem contact op met de leverancier van uw computer voor meer informatie. Als een van deze opties is geïnstalleerd, wordt op de pagina Algemeen van Intel(R) PROSet for Wireless de huidige status van de radio weergegeven.
Intel(R) PROSet for Wireless gebruiken om de radio in of uit te schakelen
U kunt de radio in- of uitschakelen op de pagina Algemeen van Intel(R) PROSet for Wireless. De huidige status van de radio wordt op de taakbalk aangegeven met de menuoptie voor de draadloze adapter. Als de hardwareoptie is geïnstalleerd, wordt de huidige status van de radio ook aangegeven op de pagina Algemeen.
De radio in- of uitschakelen
Opmerking: als een laptopcomputer aan staat, zendt de adapterradio voortdurend signalen uit. In bepaalde situaties, zoals in een vliegtuig, kunnen signalen van de radio interferentie veroorzaken.
Ga als volgt te werk om de radio uit te schakelen: Klik op het tabblad Algemeen op de knop Uit naast de optie voor het in- of uitschakelen van de radio.
Ga als volgt te werk om de radio in te schakelen: Klik op het tabblad Algemeen op de knop Aan naast de optie voor het in- of uitschakelen van de radio.
Wanneer de radio is ingeschakeld, probeert de draadloze adapter met behulp van het laatste profiel een koppeling te maken met het netwerktoegangspunt. Als de adapter geen verbinding kan maken met het toegangspunt, probeert de Configuratieservice een beschikbaar netwerk te vinden. Zie Configuratieservice voor meer informatie.
Klik met de rechtermuisknop op het statuspictogram voor draadloze adapters en selecteer de huidige draadloze adapter. Afhankelijk van de vorige status van de radio, selecteert u Radio uitschakelen (als radio AAN is, om deze uit te schakelen) of Radio inschakelen (als radio UIT is, om deze in te schakelen).
U kunt de radio uitschakelen met Apparaatbeheer van Windows.
Windows XP en 2000:
Als Intel(R) PROset for Wireless niet is geïnstalleerd, zijn in Windows de volgende opties beschikbaar op het tabblad Geavanceerd van de eigenschappenpagina voor de adapter. Als PROSet for Wireless wel is geïnstalleerd, wordt op het tabblad geavanceerd de knop Openen weergegeven. Met deze knop kunt u PROSet for Wireless openen.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen tot het tabblad Geavanceerd:
Opties op het tabblad Geavanceerd van Windows XP en 2000:
Als u de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden wilt installeren (Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken), moet u eerst Intel(R) PROSet for Wireless verwijderen en vervolgens Intel(R) PROSet for Wireless opnieuw installeren met de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden.
![]() |
Opmerking: Als de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden wordt geïnstalleerd, worden de functie voor het snel schakelen tussen gebruikers en het welkomstscherm van Windows XP uitgeschakeld. |
Als u de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden wilt verwijderen (Aanmeldingsgegevens voor Windows gebruiken), moet u eerst Intel(R) PROSet for Wireless verwijderen en vervolgens Intel(R) PROSet for Wireless opnieuw installeren zonder de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden.
![]() |
Opmerking: Als de voorziening voor de synchronisatie van 802.1x-wachtwoorden wordt verwijderd, worden de functie voor het snel schakelen tussen gebruikers en het welkomstscherm van Windows XP ingeschakeld. |
Lees alle voorwaarden voor het gebruik.